Hoofdstuk 11
Frits
Frits voelde zich moe. Hij wist dat als hij nu in zijn stoel ging zitten, hij snel in slaap zou vallen. In de namiddag sliep hij meestal wel een uurtje. Hij had die rust vandaag ook echt nodig, maar hij wilde nog niet. Hij wilde eerst overdenken wat er zojuist gebeurd was. Hij voelde zich onzeker en dat ergerde hem. Het was dat onbestemde gevoel dat hij de laatste tijd af en toe had. Alsof iets hem ontschoot. Hij liep dus nog maar een keer naar de keuken, rommelde wat. Elvira had de deur hard dichtgedaan, hij had aan haar gemerkt dat ze boos en verdrietig was. Hij voelde zich schuldig, zonder te begrijpen wat hij verkeerd had gedaan. Wat wilde ze toch? Hij probeerde zich te herinneren hoe het gesprek begon en hoe het misliep. Zij was over Yves begonnen, en over die jongen die ineens ook een sleutel bleek te hebben. Die jongen bleek onder de brug allerlei mensen te hebben ontmoet, en die hadden ook sleutels. Dat had hij haar verteld in ieder geval. Elvira was er helemaal vol van geweest en kon naar niets anders luisteren, vond Frits.
“Ze weet dat ik daar niks mee heb, met dat verhaal over die sleutels en die man onder de brug. Ik denk nog steeds dat Yves daar te ver mee is gegaan.”
Een paar maanden voor zijn overlijden had Yves in een openhartig gesprek tegen Frits gezegd dat hij zelf niet bang was om te sterven, maar dat hij zich zorgen maakte over Elvira. Yves was heel bang dat ze volledig in zou storten en vertelde Frits dat hij nadacht over wat hij kon verzinnen om haar niet helemaal alleen achter te laten. Frits dacht nog regelmatig terug aan dat gesprek. Natuurlijk pleitte het voor Yves dat hij aan Elvira dacht en natuurlijk zou Elvira zich eenzaam voelen na zijn dood. Daar was niets aan te doen. Maar hij had het ook wat arrogant gevonden van Yves, zelf schatte hij Elvira anders in. Yves leek er bijna van overtuigd dat Elvira het zonder hem niet zou overleven. Maar Elvira had zich best gered, ondanks veel verdriet uiteraard. Ze was ook veranderd de afgelopen jaren. Frits dacht dus dat Yves het verhaal van de sleutels verzonnen had, voor Elvira. Hoe hij ze in omloop had gebracht wist Frits niet, maar hij achtte Yves in staat zoiets op touw te zetten. Mét handlangers zoals die jongen die nu zo plotseling en op onverklaarbare wijze in het leven van Elvira was gekomen. Zoiets kon toch geen toeval zijn? Maar waarom zoveel jaren later iemand nog tarten? Want zo zag Frits het. Dat Yves iets had bedacht voor de tijd na zijn overlijden, à la, maar zo lang erna nog ? Dat vond hij in 2017 al, toen Elvira die laatste sleutel vond, maar toen had hij gedacht dat Yves natuurlijk niet kon voorzien hoelang het zou duren eer ze ze allemaal had gevonden. Maar de verschijning van deze jongen in het verhaal? Zou het mogelijk zijn dat dit veel eerder had moeten gebeuren, maar dat de opdracht ergens was blijven hangen? Frits probeerde zich voor te stellen wat hij zou doen als hij zo’n verhaal verzon. Hij zou bijvoorbeeld aan iemand kunnen vragen op een zogenaamd toevallige manier Elvira te ontmoeten en haar ook een verhaal te vertellen over sleutels en mensen onder de brug. Voor geld misschien? Dat is helemaal niet zo’n gekke gedachte. Er was vast nog een brief van Yves ergens, daar zal die handlanger haar dan naar toe leiden. Ja, zoiets moest het zijn. Frits was blij dat hij zichzelf niet onder vond doen voor Yves. Hij had hem door. Maar waarom de opdracht van die jongen zoveel vertraging had gekregen was nog niet helemaal duidelijk. Frits had wel eens gehoord over veel te laat bezorgde poststukken, maar dat was wel zeldzaam. Maar ja, het kon wel. Of deze jongen was de zoon van de eigenlijke verteller, die plots was overleden of zo. Er kon natuurlijk van alles aan de hand zijn.
Frits had Elvira wel ooit verteld over dat gesprek vlak voor Yves’ overlijden, maar Elvira had zijn vermoedens weggewuifd met de redenering dat Yves daar van alles mee kon hebben bedoeld. En Frits wist dan nooit zo goed wat daar tegenin te brengen.
Dat Yves af en toe naar een bepaalde plek in Zwitserland ging, zonder het aan haar te vertellen, dat had hij haar laatst ook bijna verteld. Hij was zo blij dat hij dat niet gedaan had. Dat zou alleen maar verdriet hebben veroorzaakt, en die man was al bijna tien jaar dood! Klaar!
Dagboek Storm
Inmiddels is het woensdag en heb ik nog steeds niets van Juul gehoord. Ze was niet op school. Ze heeft niet gereageerd op mijn berichtjes. Ze zal bij Christel zijn. Ik weet niet zeker of ik me daar nu zorgen over moet maken of niet.
Gisteren was ik bij Elvira, maar ik ben vergeten haar te vragen waarom ze zo geïnteresseerd is in mijn sleutel. Ik weet zeker dat ze er meer van weet, zij vroeg ook al zo door over mijn gemoedstoestand toen ik de sleutel vond, net als Christel. Nu zat ze de hele tijd heel geconcentreerd naar me te luisteren, maar toen ik klaar was, leek ze ineens heel moe en oud en wimpelde ze me een beetje weg. Ik wilde ook niet aandringen, maar we moeten nog wel afstemmen over ons uitje naar Den Haag, naar Piet. Ik denk echt dat Elvira ook een sleutel heeft. Ik moet dat snel aan haar vragen, want het blijft gek dat zij en Christel zo reageerden op het feit dat ik mijn sleutel niet gekregen had, maar gevonden. Pas als ik dat snap, kan ik bedenken of het wat voor mij is, even pauze onder de brug. Bij Juul. En al die anderen. Soms lijkt het me echt wel wat, even geen gezeur aan mijn hoofd.
Vandaag op school was het ook weer raak. Weer een docent over de zeik door 5c. Dit keer Mevrouw Saunders van Engels. Ze begon uiteraard zelf verkeerd door gelijk te vermelden dat de resultaten van de toets erbarmelijk waren, ´abominable´ zoals ze dat in haar keurig Engels benadrukte. Het ging dus gelijk al mis: Jonah wierp haar toe dat haar lessen dat misschien dus ook waren, abominable. Natuurlijk deed hij haar daarbij ook na. Ze werd vuurrood en draaide zich snel om. Toen draaide ze weer terug en stuurde hem eruit. Maar hij ging niet. Eerst. Uiteindelijk kwam hij heus wel overeind en verliet hij sloffend het lokaal, de deur hard dichtdoend. Nog beledigd ook. Mrs Saunders was opgeschrokken door de deur en werd weer rood in haar nek en gezicht. Maar ze bleef staande, nog even. Ze herpakte zich en ging verder met het uitdelen van de slechte toetsen. Maar iedereen begon natuurlijk te roepen en te praten zodra ze hun toets in handen hadden. Bijna iedereen een onvoldoende. Ze probeerde ze nog stil te krijgen, één , twee, drie keer. Toen gaf ze het op en liep ze weg, met haar schouders omlaag en haar rug een beetje naar voren gebogen. Terneergeslagen, dat is het woord. Disheartened in het Engels, weet ik dankzij Saunders, die soms duidelijk niet is opgewassen tegen onze klas. Op andere momenten lukt het haar wel, dan houdt ze boel er goed bij door er strak op te zitten en iets leuks te doen, zoals een liedjeskwis, of een filmdictee. Maar vandaag dus niet, en haar stemming wreekte zich gelijk. Ze kwam niet meer terug in de les. Later zagen we haar wel weer gewoon in de gang en leek er niets aan de hand.
Ik had eigenlijk verwacht dat Juul maandag gewoon op school zou zijn. Ik voelde me een beetje dom dat ik me teleurgesteld voelde. Ik wil haar graag weer zien, muziek met haar luisteren met haar arm op mijn been. En ik heb nog allerlei andere vragen, zoals hoe lang die plek onder de brug er al is. De meeste dingen, zoals de keuken, leek wel behoorlijk gedateerd, een beetje jaren tachtig. Hoe kan ze nu ineens helemaal niet meer reageren, na het weekend dat we samen hadden? Ik had echt de indruk dat ze me leuk vond, blij was dat ik er was. Dus ik verwacht ook wel dat ze straks ineens weer opduikt alsof er niets aan de hand is. Ik hoop een beetje snel.
Toen ik uit school kwam zat mama onverwacht op de bank. Meestal is ze pas rond zessen thuis van haar werk. Ze zag er somber uit, maar deed vrolijk. Of althans, overdreven ‘ontspannen’. Ze had een groot glas thee voor zich en een woontijdschrift op schoot. Er stond mooie muziek op. Ik ging op haar verzoek even tegenover haar zitten. Ze had een joggingbroek aan en een zachtroze shirt met lange mauwen. Dikke wollen sokken. Haar haar in een nonchalant knotje en bijna geen make-up op. Subtiel. “Ja, ik heb heerlijk een dagje vrij genomen, even wat me-time!” kwetterde ze. “En, leuk gehad op school? Nog wat geleerd?” vroeg ze onwennig. Ik had niet zoveel te vertellen en ging wat te eten pakken in de keuken. Maar ze liet me niet zomaar gaan. “Hoe is het met Lars? Ik zie hem niet zo vaak meer de laatste tijd. Is hij te druk? Hebben jullie nog plannen voor de zomervakantie? Vorig jaar zijn jullie toch ook samen op pad geweest? Naar Terschelling? Waarom gaan jullie daar niet weer naartoe? Dat was toch leuk?” En toen kwam onvermijdelijk de rest: “Je moet niet zo bij de pakken neer gaan zitten, maar jezelf juist oppakken en dingen ondernemen. Je moet het wel een beetje willen natuurlijk……Ik weet zeker dat als je wat actiever wordt, je je beter zult voelen. Laten we dit weekend wat leuks verzinnen. Zullen we naar zee gaan zondag? Een mooie wandeling maken? Of heb je al plannen?” Ik zei dat ik dat nog niet wist, misschien wel omdat we een opdracht hadden voor school. “Ik laat het je weten zodra ik het hoor, zo niet ga ik wel mee, als het een béétje weer is, ik ga niet in de regen lopen!” Toen ‘mocht’ ik naar mijn kamer. Later, tijdens het avondeten, zaten we met zijn tweeën met onze borden op schoot op de bank (Peter was er nog niet, die bleef tot later op kantoor vanavond). We keken een vage serie over een moordzaak in de jaren negentig. Een man had zijn vrouw en schoonouders vermoord, nadat ze hem jaren hadden mishandeld, of zoiets gruwelijks. “Zullen we iets anders opzetten? Ik word hier gewoon depri van. Er is vast wel een leuke film ofzo. Met een beetje humor als het kan!” zei mijn moeder na een kwartiertje. Toen ik zei dat ik eigenlijk zo naar boven wilde gaan om nog even te gamen met Brian, keek ze me aan en zei na een korte aarzeling: “Oké, ander keertje, veel plezier.” Ik zit avond na avond met die sukkel van een Peter opgescheept, dacht ik , en nu zou ik me schuldig moeten voelen omdat ik geen zin heb om zogenaamd gezellig een filmpje te kijken. Ik ben niet op afroepbasis beschikbaar.
Nou ja, voor Juul misschien dan! Waarom laat ze nou niet even wat horen, ik wil haar heus niet op de nek zitten, maar even een berichtje, dat is toch niet teveel gevraagd? Goed, ik ga hier mee stoppen, gelukkig heb ik een goed boek. Het gaat over een man die een jaar alleen in het bos in Siberië woont ver van de bewoonde wereld. Het is niet iemand die daar vandaan komt en hij omschrijft wat die eenzaamheid met hem doet, en welke boeken hij leest, tijd genoeg! Lezen geeft hem afleiding. En nu geeft zijn verhaal mij afleiding.